In de geest van Stevin

Symposium XXVI In de geest van Stevin

Op deze pagina vind je eerst de algemene informatie over het XXVIe symposium van de werkgroep Geschiedenis en een abstract van de lezingen. Daaronder staan de filmpjes met tot slot nog veel extra materiaal.

Algemeen

Op zaterdag 10 oktober 2020, ter gelegenheid van het 400ste sterfjaar van Simon Stevin, organiseerde de werkgroep Geschiedenis van de NVvW haar 26e en tevens eerste online symposium, met als thema In de geest van Stevin.
De sprekers, Ad Meskens, Nicoline van der Sijs, Fokko Jan Dijksterhuis en Jenneke Krüger, hebben hun presentaties beschikbaar gesteld voor gebruik in het onderwijs. De vier filmpjes met bijbehorende pdf bestanden staan hier. Aanvullend materiaal van onder andere Henk Hietbrink staat hier.

Dit online symposium werd mede mogelijk gemaakt dankzij steun van NVORWO, Koninklijk Wiskundig Genootschap, Fonds Geschiedenis en Maatschappelijke Functie van Wiskunde (UU) en Uitgeverij New Scientist.

Lezing 1 Ad Meskens

Simon Stevin’s evenwichtsstudies brengen de integraalrekening op gang 

Simon Stevin (1548-1620) was een veelzijdig wis- en natuurkundige. In de eerste plaats is hij gekend voor de Nederlandse wiskundeterminologie die hij populariseerde en voor zijn pleidooien voor decimalisatie. Stevin was echter veel mee dan dat.
We besteden aandacht aan zijn werk in de mechanica (de “clootcrans”) en de hydrostatica (de “wet van Stevin-Pascal”), maar ook aan zijn wiskundig werk. Op de snijlijn van wiskunde en natuurkunde vinden we nieuwe ideeën in verband met het bepalen van het zwaartepunt van een driehoek en een paraboolsegment.Voor ons lijken zijn inzichten vanzelfsprekend, maar dat waren ze rond 1600 absoluut niet. De pioniers van de integraalrekening in de Lage Landen vonden in zijn werk inspiratie om hun eigen ideeën uit te werken.

Lezing 2 Nicoline van der Sijs

Simon Stevin en de zich ontwikkelende wetenschapstaal

In de renaissance maakten de wetenschappen snelle ontwikkelingen door, doordat geleerden niet langer voetstoots de klassieke schrijvers volgden, maar eigen waarneming en experiment centraal stelden. De wetenschap werd bovendien gedemocratiseerd: ook mensen die geen universitaire opleiding hadden genoten, zoals Antonie van Leeuwenhoek, konden eraan deelnemen. Die democratisering, maar ook de trots op de eigen taal, leidden ertoe dat steeds meer geleerden hun werken in het Nederlands schreven, in plaats van in de internationale wetenschapstaal Latijn. Een van de vroegste pleitbezorgers van het Nederlands was Simon Stevin. Hoe werd het Nederlands in de renaissance geschikt gemaakt om er gezaghebbende wetenschappelijke werken in te schrijven? En wat was de rol van Simon Stevin daarin? Die vragen worden in de lezing beantwoord.

Lezing 3 Fokko Jan Dijksterhuis

Het vernuftige kennen. Stevins bespiegelingen en daden in praktische wetenschap

Stevin heeft faam verworven met zijn bijdragen aan de wiskundige wetenschappen van de vroegmoderne tijd. Zijn ambities sterkten verder. Zijn verhandelingen zijn doorspekt met beschouwingen over kennis en kunde. Naast zijn pleidooi voor het gebruik van Nederlands, zijn zijn gedachten over het ‘menghen der spiegheling en daet’ welbekend. Wanneer je Stevins oeuvre in zijn geheel bekijkt, zie je een programma voor praktische wetenschap dat al vroeg in zijn carrière vorm kreeg. Deze ‘consten’ betreffen niet alleen de wisconst maar ook de redeconst. De precieze betekenis van Stevins ideeën over ‘const’, ‘spiegheling’, en ‘daet’ vergen zorgvuldige duiding. In deze voordracht laat ik zien welk licht dat kan werpen op Stevins vernuftige kennen.

Lezing 4 Jenneke Krüger

Stevin aan de basis van het technisch onderwijs

Een groot tekort aan goed opgeleide ingenieurs was een ernstige bedreiging voor succes in de vrijheidsoorlog die de Republiek voerde. ‘Goed opgeleid’ was in 1599 een leeg begrip; landmeten en vestingbouw, de expertise van militaire ingenieurs, leerde men in de praktijk. Voor landmeter kon je een examen afleggen als erkenning van je deskundigheid, ingenieur kon iedereen zich noemen die een tijdje praktijkervaring had opgedaan. In de moderne oorlogsvoering moest een ingenieur echter nogal wat wiskunde beheersen: meetkunde, uitvoerige berekeningen, trigonometrie. Daar was geen standaard opleiding voor, zelfstandig leren was de enige manier.
Simon Stevin had ook hier ideeën over, en in 1600 kreeg hij de kans die ideeën om te zetten in de praktijk. Hij legde voorschriften vast voor een opleiding voor militaire ingenieurs, die onder de hoede van de Leidse universiteit kwam en enige tijd beroemd was in binnen- en buitenland. Stevin legde zijn innovatieve ideeën vast in zijn Instructie: wat er onderwezen moest worden, in welke vorm en op welke manier.
Wat was er zo nieuw aan deze onderwijsvernieuwing? Was het een eenmalige uitschieter of zijn sporen van Stevins ideeën over onderwijs te vinden in latere ontwikkelingen?

Extra materiaal

Van uitgeverij New Scientist hebben we 2 publicaties gekregen die over Stevin gaan:
Waar komt wiskunde vandaan
Wetenschappelijke biografie van Simon Stevin

Uit de collectie verhalen van Museum Boerhaave:
De zeilwagen van Stevin

Prachtige online expositie van het Belgische museum Plantin-Moretus:
Simon Stevin, homo Universalis

Henk Hietbrink heeft op zijn website fransvanschooten.nl twee workshops met materiaal over werk van Stevin beschikbaar gesteld
Tafelen van Interest
Ontwerpen voor vestingbouw (geïllustreerd met animaties in GeoGebra)

Deze tentoonstelling is het online-complement van de expo Simon Stevin van Brugghe:
Het verhaal van zes wiskundige boeken uit de tijd van Simon Stevin

Een artikel van Martin Kindt over clootsche driehoucken (boldriehoeken) van Stevin:
Artikel uit de Wiskrant