2 april 2024
- Veerle van den Hurk

Vakmaatjes

Ruim een jaar geleden ben ik onderdeel geworden van de Werkgroep Welkom. Deze werkgroep helpt vluchtelingen die wiskunde gaven in hun land van herkomst bij een terugkeer naar hun oude werkveld in Nederland. Een van de dingen waar ik mij mee bezig houd, is het vormen van koppels tussen vakmaatjes (wiskundedocenten in Nederland) en docentvluchtelingen. Het doel van deze koppels is dat de docentvluchteling zich kan oriënteren op het Nederlandse onderwijs.

Ieder koppel is vrij om op zijn eigen manier invulling te geven aan hun ontmoetingen. Ik heb het afgelopen jaar verschillende dingen voorbij zien komen: van een keer een kopje thee drinken of een rondje wandelen tot het regelmatig bezoeken van de school van het vakmaatje. Om een beter beeld te krijgen van hoe de ontmoetingen eruit kunnen zien, heb ik twee vakmaatjes gevraagd hun ervaringen met mij te delen. De een vertelde: ‘De docentvluchteling kwam gemiddeld, om de week, een uur bij mij op school, waarbij wij vanaf de tweede keer probeerden Nederlands met elkaar te spreken.’ De ander gaf aan:  ‘Elke maandag om 18:00u precies heb ik via Skype contact met mijn docentvluchteling. Al vanaf de eerste ontmoeting is er sprake van wederzijds vertrouwen.’

Onderwerpen die aan bod komen in de ontmoetingen van deze vakmaatjes zijn onder anderen: het examenprogramma, de onderwijscultuur, de onderwijsontwikkelingen en de methodes die gebruikt worden op school. ‘Ik verwees naar de informatieve site (examenblad.nl), YouTube en de bibliotheek. Het bleek voor de docentvluchteling erg waardevol om docenten te zien lesgeven aan Nederlandse leerlingen op YouTube. Dit gaf een goed beeld over hoe de interactie is tussen leerling en docent en de didaktiek.’

Bovendien komt de Nederlandse taal aan bod. Dit is voor docentvluchtelingen een belangrijke stap op de route naar het docentschap in Nederland: ‘We spreken over de wiskundesommen die de docentvluchteling behandelt als bijlesleraar: hoe kun je die het beste uitleggen in het Nederlands? Eens te meer realiseer ik me hoe moeilijk het Nederlands is. Kan iemand mij uitleggen waarom in het woord ‘tafel’ de klemtoon op de eerste lettergreep ligt en bij het woord ‘tabel’ op de tweede lettergreep?’.

Ik merk in de kennismakingsgesprekken met de docentvluchtelingen dat ze erg gemotiveerd zijn en graag willen leren. Zo merkt een van de vakmaatjes ook op: ‘De docentvluchteling studeert dagelijks anderhalf uur op het verbeteren van zijn Nederlands, staat open voor kritiek en vraagt om verbeteringen.’

Een van de vakmaatjes geeft aan dat hun ontmoetingen voor een docentvluchteling vaak een fijne manier zijn om de week te vullen, ‘omdat er weinig te doen is voor iemand die in een AZC zit’.

Niet alleen voor de docentvluchteling, maar ook voor de vakmaatjes zelf zijn de samenkomsten waardevol: ‘Ik geniet van onze ontmoetingen.’ En: ‘Het is mooi om iemand te kunnen helpen in het oerwoud van ons wiskundeonderwijs en een eer om vakmaatje te zijn.’

Ik hoop dat je door deze ervaringen te lezen een beter beeld hebt gekregen van wat het in kan houden om vakmaatje te zijn. Wil jij ook een docentvluchteling helpen door vakmaatje te zijn? Kijk dan eens op deze pagina. Ik kijk ernaar uit samen meer docentvluchtelingen te helpen bij hun terugkeer naar het onderwijs!

Veerle van den Hurk