27 januari 2022
- Henk Hietbrink

Uitkomsten Enquête GeoGebra

In december 2021 is een enquête uitgezet over het gebruik van GeoGebra met vragen als hoe vaak, hoe lang, door wie, voor wie, op welke manier. Ook werd gevraagd naar favoriete werkstukken en daar kwamen mooie applets te voorschijn. Eerst kwam de enquête in de Nieuwsbrief van de NVvW, een week later in de WiskundEbrief en weer een week later in de besloten Facebookgroep LeraarWiskunde. Gereageerd is 170 keer op de NVvW nieuwsbrief, 44 keer op de WiskundEbrief en 26 keer bij LeraarWiskunde. Op zich zeggen deze aantallen niet zoveel want wie al gereageerd heeft bij een Nieuwsbrief (3000 leden) zal dat niet nog een keer doen bij LeraarWiskunde (5800 leden). Het bereik van LeraarWiskunde is groot, maar ook divers. Op de facebookpagina verschenen reacties van Belgische docenten en van docenten werkzaam in het MBO.

Blog

Deelnemers hebben (linkjes naar) hun werk opgestuurd . In komende blogs wordt daar aandacht aanbesteed. De reacties op de open vragen over GeoGebra Klaslokaal en GeoGebra Notitieblok komen in daaropvolgende blogs aan bod. Sommige deelnemers hebben behoefte aan tips en trucs. Daar worden ook blogs aan gewijd. Aan de deelnemers is toegezegd om de dataset beschikbaar te stellen voor het statistiek onderwijs. Samen met Piet van Blokland is de dataset in VU Stat gezet. Daarover later meer. Nu eerst een verkenning van de representativiteit van dit onderzoek.

Representatief

Omdat de dataset vrij beschikbaar is, kun je met je klas bespreken waarom de steekproef wel of niet representatief is voor de populatie van Nederlandse wiskundeleraren. Er zijn verschillende aanwijzingen. Gevraagd is naar het aantal jaren dat een docent voor de klas staat. Dat varieert van één tot meer dan veertig jaar. Gevraagd is naar het aantal jaren dat iemand met GeoGebra werkt. Ook dat varieert van nul tot maximaal 20 jaren. Onlangs vierde GeoGebra haar twintigste verjaardag. Tot zover is er weinig reden om te twijfelen aan de representativiteit, maar de antwoorden op andere vragen roepen twijfels op. Opvallend is dat maar een paar docenten opgaven nooit iets met GeoGebra gedaan hebben. Zou het werkelijk waar zijn dat 95% van de Nederlandse wiskundeleraren actief is met GeoGebra? Op dit punt en op de volgende punten, kunnen je leerlingen een klein onderzoek doen op hun eigen school.
Slecht 10% van de respondenten gebruikt GeoGebra in het VMBO. De enquête geeft geen uitsluitsel over welk deel van deze docenten wel les geeft in het VMBO maar GeoGebra daar niet inzet, en ook niet over het deel dat GeoGebra wel inzet in de bovenbouw maar niet in het VMBO. Om de enquête kort te houden, zijn dit soort verfijnde vragen geschrapt. Opvallend is het beeld bij wiskunde D. Een kwart van de respondenten gebruikt GeoGebra bij wiskunde D. Dat percentage lijkt erg hoog want veel scholen bieden wiskunde D niet aan of besteden dat uit aan de Stichting Wiskunde D online. Ook het percentage deelnemers dat les geeft in de bovenbouw en dat wiskunde B geeft is opvallend hoog. Deze aanwijzingen zijn reden om aan te nemen dat de groep docenten die les geeft aan de bovenbouw, die bovendien wiskunde D geeft, en die een passie heeft voor GeoGebra oververtegenwoordigd is in deze steekproef. Wat leert deze enquête over hoe deze groep actieve docenten GeoGebra inzet in het klaslokaal?

Eigen werk

Veel docenten maken gebruik van video’s die door een kleine actieve groep docenten geproduceerd wordt. Zouden docenten bij GeoGebra gebruik maken van andermans werk? Bij de respondenten is eigen werk favoriet, al dan niet na andermans werk te hebben aangepast. Meer dan 80% van hen verkiest eigen werk boven dat van anderen.

Favoriete onderwerpen van actieve gebruikers

De helft van de respondenten geeft aan dat zij minstens één keer per maand iets in GeoGebra maken. Hen noem ik de actieve gebruikers. Van hen geeft 50% wiskunde A, 70% wiskunde B en 30% wiskunde D. Van hen geeft 70% les in de bovenbouw van havo/vwo, 35% les in de onderbouw en minder dan 10% in het vmbo.
Favoriete onderwerpen zijn functies en transformaties (80%), klassieke meetkunde (70%), goniometrie (60%), analytische meetkunde (50%) tegen statistiek slechts 10%. De uitkomst is geen verrassing daar GeoGebra van oudsher sterk is in deze onderwerpen.

Delen

Een aantal actieve gebruikers heeft werk met de mail opgestuurd, maar deelt dat werk niet via de GeoGebra website. Opvallend is de bescheidenheid over eigen kunnen. Een aantal docenten geeft aan werk niet op te slaan. Ze doen iets samen met de klas en als het klaar is, dan is het weg. Het werk van de hypergebruikers is vaak openbaar. Ook vanuit België is gereageerd. Opvallend is het verschil tussen België en Nederland in notatie en woordkeuze. Veel Vlaamse creaties zullen door Nederlandse leerlingen niet begrepen worden. Veel respondenten gaven een linkje naar hun favoriete werkstukken. Daar zit mooi materiaal bij. Enkele pareltjes presenteren we in een aparte blog.

Platform en kennis

Een op de zes actieve gebruikers heeft wel eens geëxperimenteerd met GeoGebra Klaslokaal en vrijwel niemand met GeoGebra Notitieblok. Twee op de drie geven aan meer te willen weten. Uit de reacties op de open vragen komt naar voren dat docenten bijvoorbeeld een handleiding willen lezen, of een bericht in een nieuwsbrief. Voorgesteld wordt om een webinar te houden of een video willen zien, terwijl anderen contact via de mail vragen of aangeven om te zelf aan de slag te gaan.
Wanneer vijf op de zes actieve gebruikers aangeven niet te weten wat GeoGebra Klaslokaal en GeoGebra Notitieblok zijn, valt te verwachten dat de overgrote meerderheid van de Nederlandse docenten dat niet weet. Aan beide platforms zal een blog gewijd worden.

Dataset

De geanonimiseerde dataset is beschikbaar gesteld voor het statistiek onderwijs in VU Stat. Samen met Piet van Blokland zal in een volgende blog uitgelegd worden hoe je de uitkomsten van een GoogleForms enquête handig om kunt zetten naar VUstat. De verwerking van meerkeuzevragen is bijvoorbeeld een weetje.