29 oktober 2021
- Paul Ket

Cornell in de klas

Hoe maak je aantekeningen? En wat noteer je? Ik geef vooral les aan klas 1 en 2 en zie grote verschillen. De ene leerling is de hele les druk met aantekeningen die als notulen gebruikt zouden kunnen worden, de ander noteert nauwelijks iets. Op zoek naar antwoorden.

Deze blog is eerder verschenen op de eigen website van Paul Ket.
Een link naar die pagina vind je aan het eind van deze blog.
Met toestemming van Paul her publiceren we hier deze blog.

 

Verschillende systemen

Wat niet zal verbazen, zijn er verschillende systemen voor aantekeningen maken. Met een korte zoekactie op internet, komen er een aantal naar boven (Mats, 2015). Hierbij worden de verschillende manieren ook verbonden aan verschillende inhouden. Hierbij wordt de Cornell-methode als meest eenvoudig en “in één keer goed” gezien (University of Redlands, Academic succes & disability services, 2010). Omdat ik voor beginnende lerende maximale sturing wil geven, ga ik hier mee verder. Over hoe de Cornell-methode er uit ziet en hoe je die toepast is veel te vinden, op Youtube wordt de methode uitgelegd en voorgedaan (Emma, z.d.). De beschrijvingen vallen uiteen in drie elementen: 2020-08-25 15_24_26-Cornell-methode-lijntjes.pdf - Adobe Acrobat Pro DC

  • De lay-out

De pagina-indeling van Cornell heeft drie of vier vakken. Bij Klaskit.be is een pdf te vinden met die indeling. Bovenaan de pagina is er ruimte voor de details van de les. Links is een verbrede kantlijn. Die is zodanig breed deze kolom ook voor aantekeningen gebruikt kan worden. Rechts is de ruimte voor de aantekeningen tijdens de les. Onderop is ruimte voor de samenvatting, hoewel ook wordt aangegeven dat deze ruimte er is voor vragen die de volgende les gesteld moeten worden. Voor wiskunde wordt ruitjespapier gebruikt. Mijn versie van Cornell-papier met ruitjes is dan:

Cornell-papier

Ruitjespapier met Cornell-indeling.

  • Revisie

De tweede stap is dat na de schooldag, de aantekeningen aangevuld en/of verbeterd worden. Ook wordt nu de linker kolom gevuld met kernwoorden etc.

  • Studeren

Nu de aantekeningen gemaakt en uitgewerkt, zijn ze af. Ze zijn nu geschikt om als herhalingsmateriaal te gebruiken. Door de rechterkant af te dekken blijven de kernwoorden zichtbaar. Aan de hand daarvan kan er dan geoefend worden.

Voor en tegen

Deze aanpak is mooi, omdat het niet alleen duidelijk maakt wat er zoal genoteerd moet worden, maar ook hoe aantekeningen verwerkt moeten worden en hoe ze daarna gebruikt kunnen worden. Waar ik toch mee blijf zitten, is: wat moet er nu precies genoteerd worden? Mijn leerlingen zijn beginnende leerlingen (klas 1gym en 2havo), met weinig ervaring met aantekeningen maken, maar ook weinig expertise. Om tijdens de les goede aantekeningen te kunnen maken moet je enig inzicht hebben in hoofd- en bijzaken, en dat ontbreekt hen. De “hoe dan?” vraag die blijft.

Gagné & Briggs

Het duidelijk maken wat hoofd- en bijzaken zijn, is, vooral in het VO, de taak van de docent. En dat kan door signaalwoorden “dit is belangrijk”, maar ook door de uitleg op een eenduidige manier te structureren. Dat is volgens mij bij wiskunde goed mogelijk. Ik ga hiervoor te rade bij Gagné en Briggs (Aronson & Briggs, 1983). Het Instructional Events Model van hen, dat grotendeels terugkomt in bijvoorbeeld de Explicite Directe Instructie (Hollingsworth & Yabarra, 2019), geeft aanwijzingen aan de docent wat er moet gebeuren. Kort door de bocht:

  • Voorkennis activeren
  • Doel bespreken
  • Uitleg geven
  • Oefenen onder begeleiding
  • Zelfstandig oefenen
  • Terugblik

20200825_cornell

Voorbeeld van een pagina met Cornell-aantekeningen wiskunde.

Voor de leerling kunnen deze onderdelen van een les ook dienen als element om te noteren. Mijn wiskundelessen hebben een vast patroon. Dat patroon dient dus als signaal voor de leerling welke aantekeningen gemaakt moeten worden. De start is met een herhaling van voorgaande kennis. Daarna bespreek ik waar de les in het geheel past. Vervolgens ga ik naar het boek en bespreek theorieblokjes. Dat sluit ik af met het voordoen van een opgave. Daarna mogen de leerlingen één opgave zelf maken waarvan de uitwerking klassikaal besproken wordt. De rest van de les is dan gelegenheid om zelf te oefenen. Het werk dat dan nog over blijft is huiswerk. Voor het benoemen waar de les in een reeks past, zijn op het papier vakjes gemaakt: het lesnummer (lessen hebben per hoofdstuk een nummer in de planner), en het hoofdstuk met het onderwerp. In het grote aantekeningen vak is dan ruimte voor de herhalingsopgave, de besproken theorie, de besproken opgave, en de zelf gemaakte oefenopgave. Voor een les kan het er dan als volgt uit zien: De zwarte tekst is geschreven tijdens de les, de kleurtjes zijn later toegevoegd. Duidelijk is ook dat de blauwe tekst in de kantlijn niet alle kernwoorden uit de les dekt. Onderaan de meest gestelde vraag bij dit onderdeel, wanneer er van het platte vlak naar ruimtefiguren gegaan wordt.

Meerwaarde

Wanneer ik steeds dezelfde lesstructuur aanhoud, zou ik de Cornell-methode niet hoeven introduceren. De meerwaarde zit hem echter niet in maar na de les. Omdat het aanvullen van de aantekeningen (de rode toevoegingen en de arceringen) en het overnemen in de kantlijn na de instructie gedaan wordt, is er al de eerste herhaling. De vraag onderaan maakt duidelijk dat het hebben en stellen van een vraag, heel gewoon is. Dat hiermee een studiehulp gemaakt is, is dan het laatste voordeel.

Inpassing in de les

Natuurlijk moet het maken van Cornell-aantekeningen uitgelegd, geoefend en “afgedwongen” worden. Net zoals huiswerk, moet het besproken, gecontroleerd enz. Ook zullen er voorbeeldaantekeningen van tijdens de les en daarna beschikbaar moeten zijn, zodat leerlingen kunnen zien wat er van hen verwacht wordt. Het is voor iedereen nieuw, het zal voor veel ouders en bijlesdocenten nieuw zijn, dus er moet maximaal materiaal gemaakt worden om dit ingevoerd te krijgen. Er zal dus in de les geoefend moeten worden. Aalberse (Aalberse, 2020) vulde aan met de tip om het nalopen van de aantekeningen samen te doen. In de les, in de tijd voor zelf werken, kunnen tweetallen de aantekeningen nalopen, de linker kolom vullen en daarmee zorgen dat de aantekeningen zo compleet mogelijk zijn. Mooie taak voor komend schooljaar!

  1. Met dank aan Rhea Flohr, @rheaflor, en Karel Hermans @betakarel voor de verwijzingen naar het Cornell-materiaal.
  2. Photo by Museums Victoria on Unsplash
  3. Bij deze blogpost heb ik voor het eerst Zotero gebruikt voor de verwijzingen. Je vraagt je af hoe de romeinen beroemd geworden zijn zonder. Wat een gemak!
  4. Cornell-papier met ruitjes in pdf
  5. Cornell-papier met lijntjes.

Meer blogpost.

Meer blogpost hierover op mijn site.

Het origineel van deze blog vind je op https://onderwijs.huizederidder.nl/2020/09/20/cornell-in-de-klas/

Literatuur

  • Aalberse, S., (2020). Ik werkte vroeger aantekening met vriendin uit. [Tweet]
  • Aronson, D. T., & Briggs, L. J. (1983). Contributions of Gagné and Brigss to a prescriptive Model of Instruction. In C. M. Reigeluth (Red.), Instructional-Design theories and models: An overview of their current status. (pp. 75–100). Lawrence Erlbaum Associates.
  • Emma, E. (z.d.). How to take good notes: The Cornell method. Geraadpleegd 12 augustus 2020, van https://youtu.be/xSYnGhlnzyw
  • Hollingsworth, J., & Yabarra, S. (2019). Expliciete directe instructie: Tips en technieken voor een goede les. (M. Schmeier, Red.). Pica.
  • Mats, K. (2015, juli 27). The Ultimate Guide to Note-Taking. Kate{mats}http://katemats.com/guide-to-note-taking/
  • University of Redlands, Academic succes & disability services. (2010). Five notetaking methods. 3p.